Het antwoord is die.
De letters van het anagram “e.d. neeg” kunnen herschikt worden tot “die”.
“Die” is een voornaamwoord dat altijd door “die” gevolgd wordt. Het kan gebruikt worden als aanwijzend voornaamwoord, betrekkelijk voornaamwoord of vragend voornaamwoord.
Voorbeeld:
- Aanwijzend voornaamwoord: “Die man is mijn vader.”
- Betrekkelijk voornaamwoord: “Ik zag de man die je me liet zien.”
- Vragend voornaamwoord: “Wie is die?”