De internationale overeenkomst die tot doel heeft de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen te verminderen en klimaatverandering tegen te gaan, is het Akkoord van Parijs. Dit akkoord werd op 12 december 2015 gesloten in Parijs, Frankrijk, tijdens de 21e Conferentie van de Partijen (COP21) van de Verdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC). Het akkoord is op 4 november 2016 in werking getreden en is inmiddels door 197 landen geratificeerd, waaronder Nederland.
Het Akkoord van Parijs heeft als doel om de opwarming van de aarde in de 21e eeuw tot ruim onder de 2 graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau te beperken, en te streven naar beperking tot 1,5 graad Celsius. Om dit doel te bereiken, hebben landen zich ertoe verbonden om hun nationale emissiedoelstellingen (NDC’s) te stellen en te implementeren. Deze NDC’s zijn bindend en worden regelmatig herzien.
Het Akkoord van Parijs is een belangrijke stap in de internationale strijd tegen klimaatverandering. Het akkoord geeft landen een gemeenschappelijk kader om hun inspanningen op het gebied van klimaatverandering te coördineren en te versterken. Het akkoord is ook een belangrijke stimulans voor de ontwikkeling van duurzame energie en technologieën.
Naast het Akkoord van Parijs zijn er nog andere internationale overeenkomsten die zich richten op de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Zo heeft de Europese Unie zich ertoe verbonden om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Ook heeft de Verenigde Staten zich ertoe verbonden om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 50-52% te verminderen ten opzichte van 2005.
Al deze overeenkomsten zijn belangrijk om de opwarming van de aarde te beperken en de gevolgen van klimaatverandering te voorkomen.