Het is onbekend hoe de vrouw van Lameck eruitzag. Er is maar één verwijzing naar haar in de Bijbel, in Genesis 5:24. In dit vers wordt ze geïdentificeerd als Adah, en ze wordt beschreven als de moeder van Jabal en Jubal.
Adah wordt ook genoemd in de Midrasj, een verzameling van joodse commentaren op de Bijbel. In de Midrasj wordt ze beschreven als een mooie en intelligente vrouw. Ze wordt ook gezegd dat ze een sterke vrouw was, die haar man steunde in zijn pogingen om de wereld te bevolken.
Het is echter belangrijk op te merken dat de Bijbel en de Midrasj niet historische documenten zijn. Ze zijn gebaseerd op tradities en verhalen die zijn overgeleverd van generatie op generatie. Als gevolg hiervan is het mogelijk dat de beschrijvingen van Adah niet nauwkeurig zijn.