Johannes en Peter (9)
Johannes en Peter waren twee van de twaalf apostelen van Jezus Christus. Ze waren goede vrienden en werkten vaak samen.
Op een dag gingen Johannes en Peter naar het tempelcomplex in Jeruzalem. Het was de negende uur, de tijd voor het middaggebed. Bij de “Schijnpoort” zagen ze een man zitten die al zijn hele leven verlamd was. De man was elke dag naar het tempelcomplex gebracht om daar te bedelen.
Johannes en Peter hadden medelijden met de man. Ze gingen naar hem toe en vroegen: “Wil je genezen worden?”
De man keek hen aan en antwoordde: “Ja, ik wil graag genezen worden.”
Johannes legde zijn handen op de man en bad: “In de naam van Jezus Christus, sta op en loop!”
Op dat moment stond de man op en begon te lopen. Hij dankte Johannes en Peter en ging vrolijk weg.
De mensen die dit zagen, waren verbaasd. Ze vroegen elkaar: “Wat is dit voor een wonder? Wat voor macht hebben deze mannen?”
Johannes en Peter vertelden aan de mensen dat ze dit wonder hadden gedaan in de naam van Jezus Christus. De mensen waren onder de indruk en begonnen in Jezus te geloven.
Interpretatie
Dit verhaal laat zien dat Jezus’ apostelen macht hadden om wonderen te doen. Ze deden dit in de naam van Jezus, die de Zoon van God is.
Het verhaal heeft ook een boodschap voor ons. Het laat zien dat Jezus’ liefde en genade voor iedereen beschikbaar zijn. Ook mensen die al hun hele leven ziek of gehandicapt zijn, kunnen genezen worden door Jezus.
Mogelijke vragen
- Wat vind je van het verhaal?
- Wat vind je het meest bijzonder aan het verhaal?
- Wat betekent het voor jou dat Jezus’ apostelen wonderen konden doen?
- Wat betekent het voor jou dat Jezus’ liefde en genade voor iedereen beschikbaar zijn?