De Nederlandse woorden met 5 letters die op “tekort” rijmen zijn:
- blèters
- etters
- ketters
- pletters
- setters
- spetters
- sweaters
- zetters
Deze woorden kunnen in verschillende contexten worden gebruikt. Zo kunnen “blèters” worden gebruikt om mensen te beschrijven die huilen, “etters” om mensen te beschrijven die ziek zijn, “ketters” om mensen te beschrijven die niet in de traditionele religie geloven, “pletters” om mensen te beschrijven die iets laten vallen, “setters” om mensen te beschrijven die iets neerzetten, “spetters” om iets te beschrijven dat spat, “sweaters” om truien te beschrijven, en “zetters” om mensen te beschrijven die iets vastzetten.
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe deze woorden kunnen worden gebruikt:
- “De kinderen waren blèters na het vallen van de slee.”
- “De patiënt had etters op zijn wonden.”
- “De ketters werden verbrand op de brandstapel.”
- “De bakker liet de taart pletteren op de grond.”
- “De meubelstuk werd door de verhuizers gezetters neergezet.”
- “De verf spatte spetters op de muur.”
- “De kinderen waren sweaters aangetrokken toen het koud werd.”
- “De timmerman zette de balken zetters vast.”
Welke van deze woorden het meest geschikt is, hangt af van de context waarin het wordt gebruikt.