De bijnaam van Zwollenaren vanwege hun veronderstelde inhaligheid is Blauwvingers. Deze bijnaam is ontstaan in de 16e eeuw, toen de Zwollenaren meineed pleegden ten opzichte van de Hertog van Gelre. De Hertog had de Zwollenaren beloofd dat ze niet zouden worden aangevallen door de Spanjaarden, maar de Zwollenaren verkochten de stad aan de Spanjaarden. Toen de Hertog dit te weten kwam, was hij woedend en hij noemde de Zwollenaren “bloedzuigers”. De Zwollenaren raakten aan de slag in de stad en hun handen werden blauw van het bloed. Sindsdien worden de Zwollenaren Blauwvingers genoemd.
Een andere verklaring voor de bijnaam Blauwvingers is dat de Zwollenaren in de Middeleeuwen veel blauwe wol verhandelden. De wol werd gebruikt om kleding te maken, en de Zwollenaren waren er dus goed in om geld te verdienen. Dit zou de Zwollenaren hebzuchtig hebben gemaakt, en daarom zouden ze Blauwvingers worden genoemd.
In ieder geval is de bijnaam Blauwvingers een verwijzing naar de veronderstelde inhaligheid van de Zwollenaren.