In duitstalige wintersportgebieden is er een breed scala aan gebak populair. Hier zijn enkele van de meest voorkomende:
- Apfelstrudel (appeltaart) is een klassieker die in heel Duitsland en Oostenrijk wordt gegeten. Het is gemaakt van een dun deeg dat wordt gevuld met appels, suiker, kaneel en rozijnen.
- Kaiserschmarrn is een soort pannenkoek die in Oostenrijk en Zuid-Duitsland wordt gegeten. Het is gemaakt van eieren, melk, bloem en suiker en wordt vaak geserveerd met appelmoes of jam.
- Schwarzwälder Kirschtorte (Zwarte Woud-kersentaart) is een beroemde taart die in heel Duitsland wordt gegeten. Het is gemaakt van een donkere chocoladetaartbodem die is gevuld met kersen, slagroom en chocoladesaus.
- Linzer Torte is een traditionele taart uit Oostenrijk. Het is gemaakt van een zanddeegbodem die is gevuld met een mengsel van abrikozenconfituur, amandelen en kruiden.
- Butterbrezel (boterkrans) is een zoet broodje dat in heel Duitsland en Oostenrijk wordt gegeten. Het is gemaakt van een deeg dat is gevuld met boter en suiker en wordt vaak geserveerd met jam of Nutella.
Daarnaast zijn er nog veel andere soorten gebak die populair zijn in duitstalige wintersportgebieden. Enkele voorbeelden zijn:
- Mohnkuchen (moutcake)
- Nusskuchen (notentaart)
- Tiramisu
- Eis (ijs)
In de winter zijn er ook vaak speciale winterse desserts verkrijgbaar, zoals:
- Glühwein (gloeiend wijn)
- Punsch (punch)
- Brandteigkrapfen (brandteigkroketten)
- Apfelküchle (appelkoekjes)
Deze desserts worden vaak geserveerd in hutten of restaurants in de bergen.