De meest voorkomende manier om een Amerikaans familielid te begroeten is een handdruk. Dit is vooral gebruikelijk bij volwassenen. Bij kinderen is een knuffel of een kus ook gebruikelijk.
Als je een familielid voor het eerst ontmoet, is het altijd beleefd om je voor te stellen. Je kunt zeggen:
- “Hi, I’m [jouw naam].”
- “Nice to meet you, [naam van familielid].”
Als je een familielid al kent, kun je gewoon zeggen:
- “Hey, [naam van familielid].”
- “How are you?”
Als je een familielid lange tijd niet hebt gezien, kun je zeggen:
- “It’s been so long!”
- “I’m so glad to see you.”
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe je een Amerikaans familielid kunt begroeten:
-
Een handdruk:
- “Hi, Dad. It’s good to see you.”
- “Nice to meet you, Aunt Mary.”
-
Een knuffel:
- “Hi, Mom. I missed you.”
- “Hey, brother. How’s it going?”
-
Een kus:
- “Hi, Grandma. How are you?”
- “How are you, cousin?”
Natuurlijk hangt de specifieke manier waarop je een Amerikaans familielid begroet ook af van je relatie met die persoon en de situatie. Bijvoorbeeld, als je een zeer informele relatie hebt met een familielid, kun je elkaar gewoon groeten met een “hey” of een “what’s up?”