De belangrijkste waarden voor het eerste werk van Karl Marx, Deel I van Das Kapital, zijn:
- De arbeid is de bron van alle waarde. Marx stelt dat de waarde van een product wordt bepaald door de hoeveelheid arbeid die erin is gestoken. Dit is een fundamentele breuk met de klassieke economie, die stelt dat waarde wordt bepaald door vraag en aanbod.
- De arbeiders worden uitgebuit door de kapitalisten. Marx stelt dat de kapitalisten de waarde van de arbeid van de arbeiders stelen door de arbeiders minder te betalen dan de waarde van de producten die ze produceren. Dit is de bron van de meerwaarde, de winst die de kapitalisten maken.
- Het kapitalisme is een onhoudbaar systeem. Marx stelt dat het kapitalisme uiteindelijk zal instorten door de interne spanningen die het systeem kenmerkt, zoals de uitbuiting van de arbeiders en de klassenstrijd.
Deze waarden zijn gebaseerd op Marx’ dialectische materialisme, zijn filosofie dat de wereld wordt gevormd door de conflicten tussen tegenovergestelde krachten. In het geval van het kapitalisme is de belangrijkste conflict de strijd tussen de arbeidersklasse en de kapitalistenklasse.
De arbeid is de bron van alle waarde
Marx’ idee dat de arbeid de bron van alle waarde is, is een fundamentele breuk met de klassieke economie. De klassieke economen, zoals Adam Smith en David Ricardo, stelden dat waarde wordt bepaald door vraag en aanbod. Marx stelde echter dat waarde een subjectieve eigenschap is, die wordt bepaald door de hoeveelheid arbeid die erin is gestoken.
Marx’ definitie van waarde is gebaseerd op zijn begrip van de arbeidswaarde. De arbeidswaarde is de hoeveelheid arbeid die nodig is om een product te produceren onder normale omstandigheden. Marx stelt dat de waarde van een product gelijk is aan zijn arbeidswaarde.
Marx’ idee dat de arbeid de bron van alle waarde heeft belangrijke implicaties. Het betekent dat de arbeiders de rechtmatige eigenaren van de waarde die ze creëren. Het betekent ook dat de kapitalisten de arbeiders uitbuiten door de waarde van hun arbeid te stelen.
De arbeiders worden uitgebuit door de kapitalisten
Marx stelt dat de kapitalisten de arbeiders uitbuiten door de waarde van hun arbeid te stelen. Dit is de bron van de meerwaarde, de winst die de kapitalisten maken.
Marx’ idee van uitbuiting is gebaseerd op zijn begrip van de arbeidswaarde. De arbeidswaarde is de hoeveelheid arbeid die nodig is om een product te produceren onder normale omstandigheden. Marx stelt dat de waarde van een product gelijk is aan zijn arbeidswaarde.
De kapitalisten betalen de arbeiders een loon, maar dit loon is altijd lager dan de waarde van de producten die de arbeiders produceren. Het verschil tussen de waarde van de producten en het loon van de arbeiders is de meerwaarde. De kapitalisten houden de meerwaarde in om hun winst te maken.
Het kapitalisme is een onhoudbaar systeem
Marx stelt dat het kapitalisme een onhoudbaar systeem is. Dit komt door de interne spanningen die het systeem kenmerkt, zoals de uitbuiting van de arbeiders en de klassenstrijd.
De uitbuiting van de arbeiders leidt tot onvrede en conflicten tussen de arbeidersklasse en de kapitalistenklasse. Deze conflicten zullen uiteindelijk leiden tot de ineenstorting van het kapitalisme.
Marx’ idee dat het kapitalisme een onhoudbaar systeem is, heeft een grote invloed gehad op de geschiedenis. Het heeft bijgedragen aan de opkomst van de arbeidersbeweging en de communistische revoluties van de 20e eeuw.
Belang van Marx’ eerste werk
Marx’ eerste werk, Deel I van Das Kapital, is een van de belangrijkste werken in de geschiedenis van de economie en de politiek. Het werk heeft een grote invloed gehad op de ontwikkeling van het marxisme, een ideologie die gebaseerd is op de ideeën van Marx.
Marx’ werk heeft ook een grote invloed gehad op de arbeidersbeweging en de communistische revoluties van de 20e eeuw. Het werk heeft geholpen om de arbeidersklasse te mobiliseren en te strijden voor een betere toekomst.