In de middeleeuwen werd het hulpje van de ridder een schildknaap genoemd. Schildknapen waren jonge jongens die in dienst waren van een ridder. Ze hielpen de ridder met zijn dagelijkse taken, zoals het verzorgen van zijn wapens en harnas, het verzorgen van zijn paard, en het bereiden van zijn maaltijden. Schildknapen werden ook getraind in het gebruik van wapens en harnas, zodat ze later zelf ridder konden worden.
Een schildknaap werd meestal op zijn twaalfde of dertiende verjaardag in dienst genomen van een ridder. Hij begon met het uitvoeren van eenvoudige taken, zoals het schoonmaken van de wapens en het paard van de ridder. Naarmate hij ouder werd, kreeg hij meer verantwoordelijkheden, zoals het helpen van de ridder tijdens een gevecht.
Als een schildknaap zich goed had bewezen, kon hij later ridder worden. Dit gebeurde meestal door middel van een inwijdingsceremonie, waarbij de schildknaap een eed aflegde om een ridder te worden. De eed bevatte een aantal verplichtingen, zoals het beschermen van de zwakken en het verdedigen van het recht.
Enkele bekende schildknapen uit de middeleeuwen zijn:
- Gawain, een schildknaap van koning Arthur
- Yvain, een schildknaap van koning Arthur
- Lancelot, een schildknaap van koning Arthur
- Perceval, een schildknaap van koning Arthur
- Tristan, een schildknaap van koning Marke van Cornwall