Er zijn veel verschillende soorten larven die op kruidachtige planten kunnen worden gevonden. Enkele veelvoorkomende voorbeelden zijn:
- Aardrupsen zijn de larven van verschillende nachtvlinders, zoals het oranjetipje, het groot koolwitje en het klein geaderd witje. Ze zijn roodachtig tot groenachtig van kleur en hebben vaak lange, puntige uitsteeksels aan hun achterlijf. Aardrupsen eten bladeren, stengels en bloemen van kruidachtige planten.
- Engerlingen zijn de larven van meikevers en junikevers. Ze zijn witachtig tot geelachtig van kleur en hebben een langwerpig lichaam. Engerling eten de wortels van kruidachtige planten, zoals gras, paardenbloem en distels.
- Emelts zijn de larven van langpootmuggen. Ze zijn witachtig tot geelachtig van kleur en hebben lange, slanke poten. Emelts eten de wortels van kruidachtige planten, zoals gras, paardenbloem en distels.
De aanwezigheid van larven op kruidachtige planten kan schadelijk zijn voor de plant. De larven kunnen bladeren, stengels, bloemen of wortels van de plant eten, waardoor de plant verzwakt of zelfs afsterft.
Als u larven op kruidachtige planten in uw tuin of gazon ziet, kunt u deze verwijderen door ze voorzichtig van de plant te plukken of te doden met een insecticide.