Een Nederlandse stempas is een rechthoekig stuk papier met een formaat van 210 x 99 millimeter. De pas is van stevig papier gemaakt en heeft een watermerk met het wapen van Nederland. Op de voorkant van de pas staat de tekst “Stempas” en de naam van de stemmer. Op de achterkant van de pas staan de kandidaten en kieslijsten voor wie gestemd kan worden. De stemmer kan zijn stem uitbrengen door een kruisje te zetten in het vakje voor de kandidaat of kieslijst van zijn keuze.
De stempas wordt door de gemeente aan alle kiesgerechtigden toegezonden. De stemmer moet de pas meebrengen naar het stembureau om te stemmen. De stembureauleden controleren de identiteit van de stemmer en de stempas. Als de stemmer aan alle vereisten voldoet, mag hij zijn stem uitbrengen.
Na het uitbrengen van zijn stem scheurt de stemmer de stempas doormidden. Het bovenste deel van de stempas blijft bij het stembureau, het onderste deel blijft bij de stemmer. Het bovenste deel van de stempas wordt gebruikt om de uitslag van de verkiezingen te bepalen. Het onderste deel van de stempas is een bewijs van de stemuitbrengst.