In de Griekse en Romeinse mythologie is een bosgod een god of godin die verbonden is met de natuur, vooral met bossen. Ze worden vaak afgebeeld als half mens, half dier, met kenmerken van zowel mensen als dieren. Een veel voorkomende afbeelding van een bosgod is een man met hoorns en bokkenpoten.
Een van de bekendste bosgoden met hoorns en bokkenpoten is de faun. Faunen zijn Romeinse goden van de natuur, vooral van bossen en weiden. Ze worden vaak afgebeeld als half mens, half dier, met de bovenkant van een mens en de onderkant van een geit. Faunen zijn bekend om hun liefde voor muziek en dans, en ze worden vaak afgebeeld met fluiten of lier.
Een andere bosgod met hoorns en bokkenpoten is de satyr. Satyrs zijn Griekse goden van de natuur, vooral van bossen en wijngaarden. Ze worden vaak afgebeeld als half mens, half paard, met de bovenkant van een mens en de onderkant van een paard. Satyrs zijn bekend om hun liefde voor drinken, dansen en feesten.
Bosgoden met hoorns en bokkenpoten worden vaak gezien als beschermers van de natuur. Ze worden ook vaak geassocieerd met vruchtbaarheid en seksualiteit.
Hier zijn enkele andere voorbeelden van bosgoden met hoorns en bokkenpoten:
- Pan, de Griekse god van de kuddes, de bergtoppen en de herders.
- Sylvanus, de Romeinse god van de bossen en de landbouw.
- Cernunnos, de Keltische god van de natuur, de dieren en de vruchtbaarheid.
In de moderne tijd zijn bosgoden met hoorns en bokkenpoten nog steeds een populaire figuur in de mythologie en folklore. Ze worden vaak gebruikt in verhalen, films en videogames.