Het antwoord op de vraag of loonheffingskorting aan of uit moet staan, hangt af van een aantal factoren, waaronder:
- Uw inkomen: Hoe hoger uw inkomen, hoe meer loonheffingskorting u krijgt.
- Uw andere inkomsten: Heeft u naast uw loon nog andere inkomsten, zoals een uitkering of een lijfrente? Dan kan het zijn dat u minder loonheffingskorting krijgt.
- Uw belastingaangifte: Als u bij de belastingaangifte een teruggave krijgt, dan heeft u baat bij loonheffingskorting aan.
Algemeen
In het algemeen is het voordelig om loonheffingskorting aan te laten staan. Dit betekent dat u elke maand netto meer salaris overhoudt. U betaalt dan minder belasting over uw loon, waardoor u uiteindelijk minder belasting betaalt over het hele jaar.
Uitzondering
Als u weet dat u bij de belastingaangifte een teruggave krijgt, dan kunt u overwegen om loonheffingskorting uit te laten staan. Dit betekent dat u elke maand netto minder salaris overhoudt, maar dat u aan het einde van het jaar een hogere teruggave krijgt.
Meerdere inkomens
Als u meerdere inkomens heeft, dan kunt u maar op één inkomen loonheffingskorting toepassen. Als u op meerdere inkomens loonheffingskorting toepast, krijgt u teveel korting op uw belasting en moet u dit achteraf terugbetalen aan de Belastingdienst.
Hoe vraag ik loonheffingskorting aan?
U vraagt loonheffingskorting aan bij uw werkgever of uitkeringsinstantie. Meestal krijgt u dit formulier bij uw eerste salarisstrook of uitkeringsbetaling. U kunt het formulier ook downloaden van de website van de Belastingdienst.
Conclusie
In de meeste gevallen is het voordelig om loonheffingskorting aan te laten staan. Dit betekent dat u elke maand netto meer salaris overhoudt. Als u weet dat u bij de belastingaangifte een teruggave krijgt, dan kunt u overwegen om loonheffingskorting uit te laten staan. Dit betekent dat u aan het einde van het jaar een hogere teruggave krijgt.