Bij het maken van boter krijg je bij koemelk twee producten: boter en karnemelk. Boter is het vaste deel van de melk, dat bestaat uit vetbolletjes die met eiwitten en water zijn omgeven. Karnemelk is het vloeibare deel van de melk, dat bestaat uit water, eiwitten, lactose en mineralen.
Om boter te maken, wordt de melk eerst gepasteuriseerd, waardoor de bacteriën worden gedood. Vervolgens wordt de melk gekarnd, waarbij de vetbolletjes uit de melk worden geslagen. De vetbolletjes worden vervolgens samengeperst tot boter. De karnemelk die overblijft, kan worden gedronken of gebruikt voor andere doeleinden, zoals het maken van yoghurt of kaas.
In het proces van boter maken wordt dus een deel van de melk afgescheiden van de boter. Dit deel wordt karnemelk genoemd. Karnemelk is een gezonde drank die veel eiwitten, lactose en mineralen bevat. Het is een goede bron van calcium, fosfor en kalium.
Hier is een overzicht van de twee producten die je krijgt bij het maken van boter:
- Boter: Het vaste deel van de melk, dat bestaat uit vetbolletjes die met eiwitten en water zijn omgeven.
- Karnemelk: Het vloeibare deel van de melk, dat bestaat uit water, eiwitten, lactose en mineralen.