De twee platen die een belangrijke rol spelen bij de vorming van de Alpen zijn de Afrikaanse plaat en de Euraziatische plaat. De Afrikaanse plaat beweegt in noordelijke richting, terwijl de Euraziatische plaat in oostelijke richting beweegt. Dit zorgt voor een botsing tussen de twee platen, waardoor de Alpen zijn ontstaan.
De Afrikaanse plaat is een grote, oceanische plaat die het grootste deel van Afrika en het Midden-Oosten beslaat. De Euraziatische plaat is een grote, continentale plaat die Europa, Azië en delen van Noord-Afrika beslaat.
De botsing tussen de twee platen begon ongeveer 300 miljoen jaar geleden, tijdens het Perm. In het Krijt, ongeveer 100 miljoen jaar geleden, begon de botsing zich te intensifiëren. Dit leidde tot de vorming van de Alpen, die nog steeds in ontwikkeling zijn.
De botsing tussen de twee platen zorgt voor een aantal processen die bijdragen aan de vorming van de Alpen. Een van deze processen is subductie, waarbij de Afrikaanse plaat onder de Euraziatische plaat schuift. Dit zorgt voor het ontstaan van een diepzeetrog, die later weer wordt opgevuld met sedimenten.
Een ander proces dat bijdraagt aan de vorming van de Alpen is devorming. De Afrikaanse plaat duwt de Euraziatische plaat omhoog, waardoor de Alpen ontstaan. Dit proces wordt gekenmerkt door het ontstaan van plooien en breuken in de aardkorst.
De vorming van de Alpen is een complex proces dat nog steeds in ontwikkeling is. De botsing tussen de Afrikaanse en Euraziatische plaat zal waarschijnlijk nog miljoenen jaren doorgaan, waardoor de Alpen nog verder zullen groeien.