Alle politieke partijen in Nederland zijn voor meer woningen. Het verschil zit hem in de manier waarop ze dat willen bereiken.
De VVD wil meer bouwen, maar wil ook de marktwerking op de woningmarkt stimuleren. De partij wil daarom de verhuurderheffing afschaffen en de hypotheekrenteaftrek verlagen.
De PVV wil meer bouwen, maar wil ook de woningbouw versnellen door de ruimtelijke ordening te versoepelen. De partij wil daarom de bouw van woningen in het buitengebied mogelijk maken en de vergunningsprocedures versnellen.
D66 wil meer bouwen, maar wil ook de betaalbaarheid van woningen verbeteren. De partij wil daarom de verhuurderheffing afschaffen en de hypotheekrenteaftrek afschaffen voor woningen boven een bepaalde prijsgrens.
GroenLinks wil meer bouwen, maar wil ook de woonomgeving duurzamer maken. De partij wil daarom meer woningen bouwen in de buurt van voorzieningen en openbaar vervoer.
PvdA, SP, GroenLinks, ChristenUnie, CDA en Volt willen allemaal meer bouwen en de betaalbaarheid van woningen verbeteren. De partijen verschillen echter in de manier waarop ze dat willen bereiken.
PvdA en SP willen meer sociale huurwoningen bouwen en de verhuurderheffing afschaffen. GroenLinks wil meer betaalbare woningen bouwen en de woningmarkt reguleren. ChristenUnie wil meer betaalbare koopwoningen bouwen en de hypotheekrenteaftrek afschaffen voor woningen boven een bepaalde prijsgrens. CDA wil meer betaalbare woningen bouwen en de woningbouw versnellen. Volt wil meer betaalbare woningen bouwen en de woonomgeving duurzamer maken.
Concluderend zijn alle politieke partijen in Nederland voor meer woningen. Het verschil zit hem in de manier waarop ze dat willen bereiken.