De zeldzaamste bloedgroep is AB-negatief. Deze bloedgroep komt voor bij ongeveer 0,6% van de Nederlandse bevolking. Dit is een zeldzame bloedgroep omdat deze zowel het A-antigeen als het B-antigeen bevat, en ook de RhD-factor negatief is. Dit betekent dat mensen met bloedgroep AB-negatief bloed van geen enkele andere bloedgroep kunnen ontvangen. Ze zijn dus afhankelijk van bloeddonoren met bloedgroep AB-negatief.
De volgende bloedgroepen zijn ook zeldzaam:
- A-negatief: komt voor bij ongeveer 3,5% van de Nederlandse bevolking.
- B-negatief: komt voor bij ongeveer 2% van de Nederlandse bevolking.
- RhD-negatief: komt voor bij ongeveer 15% van de Nederlandse bevolking.
Deze bloedgroepen zijn minder zeldzaam dan bloedgroep AB-negatief, maar komen nog steeds minder vaak voor dan de meest voorkomende bloedgroepen, O-positief en A-positief.
Bloedgroepen worden bepaald door de aanwezigheid of afwezigheid van bepaalde antigenen op de rode bloedcellen. Antigenen zijn eiwitten die het lichaam kan herkennen als vreemd. Als een persoon bloed ontvangt met een antigen dat zijn eigen lichaam niet heeft, kan het lichaam dit bloed aanvallen en vernietigen. Dit kan leiden tot een ernstige reactie, zoals een anafylactische shock.
Het is daarom belangrijk dat bloeddonoren en patiënten met een bloedtransfusie behoefte de juiste bloedgroep krijgen.