In de Bijbel wordt koning David meerdere keren uitgedaagd door tegenstanders. Een van de meest bekende voorbeelden is de uitdaging van Goliath, een Filistijnse reus, op de eerste koningsdag van David. Goliath daagde het Israëlitische leger uit om een een-op-een gevecht met hem aan te gaan. David, die op dat moment nog een herdershond was, bood zich aan om Goliath te bevechten. Hij versloeg Goliath met een slinger en een steen, en daarmee won hij de strijd voor Israël.
Een ander voorbeeld is de uitdaging van Absalom, de zoon van David. Absalom wilde de troon van zijn vader usurperen, en hij leidde een opstand tegen David. David moest vluchten uit Jeruzalem, en Absalom nam de stad in. David versloeg Absalom en zijn leger in de Slag bij de Forten, en daarmee herwon hij de troon.
Hier is een lijst van enkele andere tegenstanders die koning David uitdaagden:
- Saul, de eerste koning van Israël, die David probeerde te doden.
- De Amalekieten, die Ziklag plunderden en de vrouwen en kinderen van David gevangen namen.
- De Moabieten, die de Jordaan overstaken om Israël aan te vallen.
- De Ammonieten, die Rabba belegerden.
- De Syriërs, die Israël aanvielen.
Koning David was een sterke en moedige leider die zijn volk tegen veel tegenstanders verdedigde. Hij werd door God uitverkoren om koning van Israël te zijn, en hij regeerde met wijsheid en gerechtigheid.