Het personage dat door zijn geestelijke vader de koning van de jungle werd genoemd, is Mowgli uit het boek The Jungle Book van Rudyard Kipling. Mowgli is een weesjongen die is opgevoed door wolven in de jungle van India. Zijn geestelijke vader, Baloe de beer, noemt hem de koning van de jungle omdat hij de wet van de jungle kent en zich ernaar gedraagt. Mowgli is een rechtvaardig en moedig persoon die altijd klaarstaat om anderen te helpen. Hij is een symbool van hoop en vrijheid voor de dieren van de jungle.
In het boek The Jungle Book wordt Mowgli door de wolven opgevoed nadat zijn ouders zijn gedood door een tijger. Baloe de beer is de oudste en wijste van de wolven en hij neemt Mowgli onder zijn hoede. Baloe leert Mowgli de wet van de jungle, die voorschrijft hoe de dieren met elkaar moeten omgaan. Mowgli leert ook over de verschillende dieren en planten in de jungle.
Mowgli groeit op tot een sterke en vaardige jongeman. Hij is een goede jager en hij kan zich goed redden in de jungle. Mowgli is ook een moedige en rechtvaardige persoon. Hij staat altijd klaar om anderen te helpen, ook als het gevaarlijk is.
In het boek The Jungle Book wordt Mowgli door de dieren van de jungle als een koning beschouwd. Hij is een symbool van hoop en vrijheid voor de dieren. Mowgli is een belangrijk personage in het boek omdat hij de wet van de jungle vertegenwoordigt. Hij is een voorbeeld voor de andere dieren en hij leert hen om samen te leven in harmonie.