Er zijn verschillende dieren die met hun tanden graven. De meest voorkomende zijn:
- Honden graven met hun voorste tanden om voedsel te vinden, een nest te bouwen of zich te verkoelen.
- Varkens graven met hun voorste tanden om voedsel te vinden, zoals wortels en knollen.
- Ratten graven met hun voorste tanden om voedsel te vinden, een nest te bouwen of om te ontsnappen aan roofdieren.
- Muizen graven met hun voorste tanden om voedsel te vinden, een nest te bouwen of om te ontsnappen aan roofdieren.
- Eekhoorns graven met hun voorste tanden om voedsel op te slaan voor de winter.
- Bevers graven met hun voorste tanden om hun dammen en hutten te bouwen.
- Mieren graven met hun kaken om tunnels te maken.
- Kreeften graven met hun scharen om voedsel te vinden en om zich te verbergen voor roofdieren.
In sommige gevallen kunnen dieren ook met hun achterste tanden graven. Dit komt bijvoorbeeld voor bij bizons, die met hun achterste tanden de grond omwoelen om voedsel te vinden.
De manier waarop dieren met hun tanden graven, verschilt per diersoort. Honden en varkens gebruiken hun tanden om de grond los te woelen, terwijl ratten en muizen hun tanden gebruiken om de grond te boren. Eekhoorns gebruiken hun tanden om de grond te schrapen, en bevers gebruiken hun tanden om de grond in te hakken.
Graven met de tanden is een belangrijke vaardigheid voor veel dieren. Het stelt ze in staat om voedsel te vinden, een veilige plek te vinden om te wonen en te ontsnappen aan roofdieren.