Volgens de Griekse mythologie stal Prometheus het vuur van de goden om aan de mensheid te geven. Dit was een daad van verzet tegen de goden, die de mensheid als slaven beschouwden. Prometheus geloofde dat de mensheid recht had op het vuur, dat nodig was voor overleving en vooruitgang.
In de mythe van Prometheus wordt verteld dat de goden de mensheid hadden geschapen als een slavenras. Ze gaven de mensheid geen vuur, zodat ze in het duister moesten leven en afhankelijk zouden zijn van de goden. Prometheus, die een Titan was en een halfgod, was het niet eens met deze behandeling van de mensheid. Hij besloot het vuur van de goden te stelen en het aan de mensheid te geven.
Prometheus klom in de Olympus, de berg waar de goden woonden, en stal een gloeiende kool van het altaar van Hefaistos, de god van het vuur. Hij bracht het vuur naar de mensheid, die het met vreugde ontving. De mensheid kon nu voor zichzelf zorgen en zich ontwikkelen.
De goden waren woedend over Prometheus’ daad. Ze straften hem door hem aan een rots te ketenen in de Kaukasus. Elke dag kwam een adelaar Prometheus’ lever opeten. De lever groeide echter elke nacht weer aan, zodat de adelaar hem de volgende dag opnieuw kon opeten. Dit ging jarenlang door, totdat Prometheus werd gered door Heracles.
Prometheus’ daad wordt gezien als een symbool van de menselijke strijd voor vrijheid en vooruitgang. Hij gaf de mensheid het vuur, dat nodig was om te overleven en om zich te ontwikkelen. Prometheus is een held voor de mensheid, die hem altijd zal blijven herdenken als degene die de mensheid het vuur gaf.
In de context van uw vraag, “wat stal Prometheus om aan de mens te geven”, is het antwoord dus: het vuur. Het vuur was een geschenk van onschatbare waarde voor de mensheid, omdat het nodig was voor overleving en vooruitgang.