Het woord “uit” heeft veel rijmwoorden, zowel volmaakte rijmen (die in alle lettergrepen rijmen) als onvolmaakte rijmen (die alleen in de laatste lettergreep rijmen).
Volmaakte rijmen op “uit”
- bruid
- bruit
- buit
- duid
- duidt
- duit
- fluit
- fruit
- gruit
- guit
- huid
- huit
- kluit
- kruid
- kruit
- kuit
- luid
- luidt
- luit
- peut
- puid
- ruid
Onvolmaakte rijmen op “uit”
- affuit
- beduid
- beduidt
- beluidt
- beschuit
- besluit
- bespuit
- gebruid
- geduid
- gefruit
- gegruit
- gekruid
- geluid
- gemuit
- geruid
- geruit
- gesnuit
- gespuid
- gestuit
- getuid
- getuit
- geuit
- gezuid
Bijvoorbeeld:
- De bruid liep uit de kerk.
- De buit werd verdeeld.
- De duivel duidde op de kist.
- De duit werd in de bus gegooid.
- De fluit speelde een vrolijk lied.
- Het fruit was rijp.
- Het gruit was giftig.
- De guit was een klein visje.
- De huid was gebruind.
- De kluit was groot.
- Het kruid was lekker.
- Het kruit was gevaarlijk.
- De kuit was gespierd.
- Het luid was oorverdovend.
- De luit was een muziekinstrument.
- De peut was een klein kind.
- De puid was een soort kruid.
- De ruid was een soort vogel.
Sommige rijmwoorden op “uit” zijn minder gebruikelijk of zelfs archaïsch.