In de geneeskunde wordt het tegenovergestelde van acuut chronisch genoemd. Acuut betekent “snel opkomend en ernstig”, terwijl chronisch betekent “langdurig of voortdurend aanwezig”. Een acuut ziektebeeld is dus een plotseling optredende en ernstige ziekte, terwijl een chronisch ziektebeeld een langdurig aanwezige ziekte is.
Voorbeelden van acute ziektebeelden zijn:
- Een hartaanval
- Een hersenbloeding
- Een blindedarmontsteking
- Een longontsteking
Voorbeelden van chronische ziektebeelden zijn:
- Diabetes
- Hart- en vaatziekten
- COPD
- Reuma
In sommige gevallen kan een acuut ziektebeeld overgaan in een chronisch ziektebeeld. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een acute ontsteking die niet goed geneest.
In de praktijk wordt het begrip “acuut” vaak gebruikt om aan te geven dat er sprake is van een dringende medische situatie. Een patiënt met een acuut ziektebeeld moet vaak direct worden behandeld.