In de Nederlandse politiek is een gedoogkabinet een kabinet dat wordt gevormd door een regeringspartij of partijen die niet de meerderheid in het parlement hebben. Het kabinet wordt gedoogd door een of meer partijen die geen deel uitmaken van de regering, maar die wel bereid zijn de regering te steunen.
Gedoogkabinetten zijn in Nederland niet ongewoon. Ze zijn vaak het gevolg van verkiezingen waarin geen enkele partij een meerderheid heeft behaald. In dat geval moeten partijen met elkaar onderhandelen om een regering te vormen. Als ze dat niet lukt, kan er een gedoogkabinet worden gevormd.
Het eerste gedoogkabinet in Nederland was het Kabinet-Van Agt I (1977-1981). Dit kabinet werd gevormd door de Christen Democratisch Appèl (CDA) en de Democraten 66 (D66). Het kabinet werd gedoogd door de Partij van de Arbeid (PvdA).
Het meest recente gedoogkabinet in Nederland is het Kabinet-Rutte III (2017-2022). Dit kabinet werd gevormd door de VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie. Het kabinet werd gedoogd door de PVV.
Gedoogkabinetten hebben vaak te maken met politieke spanningen. De regeringspartijen moeten rekening houden met de standpunten van de gedoogpartijen. Dit kan leiden tot compromissen die niet iedereen tevreden stellen.
Gedoogkabinetten kunnen ook een positieve rol spelen. Ze kunnen ervoor zorgen dat er een regering wordt gevormd, zelfs als er geen enkele partij een meerderheid heeft behaald. Dit kan stabiliteit en continuïteit bieden aan het land.