Het antwoord op het cryptogram “wat het wezen oplepelt (9)” is SCHEPSEL.
De oplossing is als volgt:
- W = 8, de letter “H” is de achtste letter van het alfabet
- E = 5, de letter “E” is de vijfde letter van het alfabet
- S = 19, de letter “S” is de negentiende letter van het alfabet
- C = 3, de letter “C” is de derde letter van het alfabet
- E = 5, de letter “E” is de vijfde letter van het alfabet
- P = 16, de letter “P” is de zestiende letter van het alfabet
- L = 12, de letter “L” is de twaalfde letter van het alfabet
Dit geeft het woord “SCHEPSEL”.
Een andere manier om het cryptogram op te lossen is door de omschrijving “wat het wezen oplepelt” te gebruiken. Een wezen dat oplepelt, is een schepsel. Dit is de enige optie van de gegeven antwoorden die een schepsel is.