De angst voor het getal 13, ook wel triskaidekafobie genoemd, is een oud bijgeloof dat al eeuwenlang bestaat. Er zijn verschillende redenen waarom 13 wordt beschouwd als een ongeluksgetal.
- In de Bijbel wordt het getal 13 vaak in verband gebracht met kwaad en ongeluk. Judas Iskariot, de verrader van Jezus, was de 13e gast aan het Laatste Avondmaal. In het boek Openbaring wordt de duivel ook wel de “draak met zeven koppen en tien horens” genoemd, wat een verwijzing zou zijn naar het getal 13.
- In de Romeinse cultuur werd het getal 13 ook als onheilspellend beschouwd. De Romeinen hadden een kalender met 12 maanden, en de 13e maand, februari, was een maand van ongeluk en onheil.
- In sommige culturen wordt het getal 13 als ongeluksgetal beschouwd omdat het niet deelbaar is door 3. In veel culturen wordt het getal 3 als een heilig getal beschouwd, en het feit dat 13 niet door 3 deelbaar is, wordt gezien als een teken van ongeluk.
Vandaag de dag is de angst voor het getal 13 nog steeds wijdverbreid. Veel mensen vermijden het getal 13, bijvoorbeeld door niet op een 13e verdieping te wonen of niet op vrijdag de 13e te reizen.
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe 13 als ongeluksgetal wordt gezien:
- In veel gebouwen bestaat er geen 13e verdieping.
- Sommige vliegtuigen hebben geen rij 13.
- Op sommige schepen is er geen hut 13.
- Sommige mensen vermijden het om met 13 mensen aan tafel te zitten.
- Op vrijdag de 13e wordt er vaak over ongelukken en rampen bericht.
Natuurlijk is er geen wetenschappelijk bewijs dat 13 daadwerkelijk ongeluk brengt. Het is gewoon een bijgeloof dat al eeuwenlang bestaat.