Halloween komt oorspronkelijk uit Ierland en Schotland. Het is een samensmelting van twee Keltische feesten: Samhain, het feest van het einde van de zomer, en All Hallows’ Eve, de avond voor Allerheiligen.
Samhain werd gevierd op 31 oktober, de dag waarop de Kelten geloofden dat de grens tussen de levende en de dode wereld openstond. Op deze dag offerden ze voedsel en dranken aan hun voorouders, en trokken ze door de dorpen om hun huizen te beschermen tegen boze geesten.
All Hallows’ Eve was een christelijk feest dat werd gevierd op 1 november. Op deze dag herdachten christenen de heiligen en martelaren.
In de 19e eeuw werd Halloween naar Amerika gebracht door Ierse en Schotse immigranten. In Amerika werd het feest steeds populairder, en er werden nieuwe tradities aan toegevoegd, zoals verkleden, snoepgoed verzamelen en pompoenen uithollen.
Tegenwoordig wordt Halloween over de hele wereld gevierd. Het is een feest van griezelen, maar ook van plezier en gezelligheid.
Hier zijn enkele van de belangrijkste tradities van Halloween:
- Verkleden: Kinderen verkleden zich vaak als monsters, heksen of andere griezelige figuren. Ze gaan dan langs de deuren om snoepgoed te verzamelen.
- Pompoenen uithollen: Pompoenen worden uitgehold en versierd met gezichten. Deze pompoenen worden dan ‘Jack-o’-lanterns’ genoemd.
- Snoepgoed verzamelen: Kinderen gaan langs de deuren om snoepgoed te verzamelen. Ze zeggen dan “trick or treat”.
- Vuurwerk: Er wordt vaak vuurwerk afgestoken op Halloween.
- Grijzelfilms kijken: Mensen kijken vaak griezelfilms op Halloween.
Halloween is een feest dat mensen van alle leeftijden aanspreekt. Het is een tijd om plezier te maken, te griezelen en herinneringen te maken.