Stalin groeide op in Gori, een stad in het zuiden van Georgië. Hij werd geboren op 18 december 1878 in een arm gezin. Zijn vader was een schoenmaker en zijn moeder was een wasvrouw. Stalin had een moeilijke jeugd. Hij werd vaak gepest en hij moest op jonge leeftijd al gaan werken om zijn familie te helpen.
Stalin ging naar school in Gori, maar hij was niet een goede leerling. Hij was meer geïnteresseerd in politiek en revolutie. In 1894 werd hij lid van de Socialistische Revolutionaire Partij, een revolutionaire groep die streed tegen het tsaristische regime in Rusland.
In 1901 verhuisde Stalin naar Tbilisi, de hoofdstad van Georgië. Hij werd een actieve revolutionair en hij werd meerdere keren gearresteerd en verbannen. In 1912 emigreerde hij naar Rusland, waar hij zich aansloot bij de Bolsjewistische Partij, de partij van Lenin.
Stalin speelde een belangrijke rol in de Russische Revolutie van 1917. Hij was een van de leiders van de Bolsjewieken en hij was verantwoordelijk voor het onderdrukken van de tegenrevolutie. Na de revolutie werd Stalin een van de belangrijkste leiders van de Sovjet-Unie. Hij was de eerste secretaris van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie van 1922 tot zijn dood in 1953.
Stalin’s geboorteplaats, Gori, is nu een museumstad. Het museum is gewijd aan het leven en werk van Stalin.