Volgens de stroming pantheïsme is alles goddelijk. Pantheïsme is een levensbeschouwing die ervan uitgaat dat alles (en iedereen) goddelijk is. Het goddelijke is immanent en alomvattend, het heelal, natuur en God zijn identiek. Pantheïsten geloven dus niet in een persoonlijke of antropomorfe god.
In het pantheïsme is God niet een wezen dat buiten de wereld staat, maar is God de wereld zelf. God is niet iets dat boven of buiten de natuur staat, maar is de natuur zelf. God is niet iets dat de natuur geschapen heeft, maar is de natuur zelf.
Pantheïsme komt voor in verschillende religies en filosofieën. In het Hindoeïsme is het pantheïsme een belangrijke stroming. In het Hindoeïsme wordt God aangeduid met het woord Brahman. Brahman is het alomvattende goddelijke principe dat alles in de wereld doordringt.
In het westen is pantheïsme vooral bekend van de filosoof Baruch Spinoza (1632-1677). Spinoza was een pantheïst en hij schreef in zijn boek “Ethica” dat God en de natuur identiek zijn.
Andere bekende pantheïsten zijn de filosoof Giordano Bruno (1548-1600) en de dichter William Wordsworth (1770-1850).
Enkele voorbeelden van pantheïstische uitspraken zijn:
- “De natuur is God”
- “Alles is één”
- “De wereld is een manifestatie van het goddelijke”
- “God is de bron van alles”
Pantheïsme is een veelzijdige levensbeschouwing die in verschillende vormen voorkomt. Het is een stroming die ruimte biedt voor verschillende interpretaties van het goddelijke.