De volgende 4-letterwoorden zijn voorbeelden van verpakkingen:
- pak
- doos
- zak
- fles
- pot
- blik
- rol
- bus
- kist
Deze woorden kunnen worden gebruikt om verschillende soorten producten te verpakken, zoals voedsel, dranken, medicijnen, elektronica, enz.
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe deze woorden kunnen worden gebruikt:
- Een pakje koekjes
- Een doosje chocolade
- Een zak chips
- Een fles water
- Een pot jam
- Een blik soep
- Een rol wc-papier
- Een bus deodorant
- Een kist met speelgoed
Het woord verpakking zelf is ook een 4-letterwoord, maar het is minder specifiek dan de bovenstaande woorden. Het kan worden gebruikt om elke soort verpakking te beschrijven, ongeacht het materiaal of de vorm.