Van kleur (6)
In de stad, tussen de grijze gebouwen, Staat een boom, vol met kleurrijke bladeren. De bladeren zijn van alle kleuren, Van rood tot geel, van groen tot blauw.
De wind waait door de boom, En de bladeren dwarrelen door de lucht. Ze vallen op de grond, En vormen een kleurrijk tapijt.
Een kind ziet de bladeren, En begint ze op te rapen. Het kind maakt een boeket, Van de mooiste bladeren.
Het kind neemt het boeket mee naar huis, En zet het in een vaas. Het kind kijkt naar het boeket, En voelt zich gelukkig.
Een andere interpretatie
De kleurrijke bladeren kunnen ook symbool staan voor diversiteit. In een wereld waarin veel mensen zich anders voelen, kan het zien van de kleurrijke bladeren een gevoel van verbondenheid geven.
De wind die door de boom waait, kan symbool staan voor verandering. De bladeren die uit de boom vallen, kunnen symbool staan voor het loslaten van het verleden.
Het kind dat de bladeren opraapt, kan symbool staan voor hoop. Het kind maakt een boeket van de bladeren, wat kan symbool staan voor het creëren van iets moois uit iets dat anders weggegooid zou worden.
Een derde interpretatie
De kleurrijke bladeren kunnen ook symbool staan voor de schoonheid van de natuur. In een wereld waarin veel mensen zich druk maken over de toekomst van de planeet, kan het zien van de kleurrijke bladeren een herinnering zijn aan de schoonheid en het wonder van de natuur.
De wind die door de boom waait, kan symbool staan voor de kracht van de natuur. De bladeren die uit de boom vallen, kunnen symbool staan voor de vergankelijkheid van het leven.
Het kind dat de bladeren opraapt, kan symbool staan voor de hoop op een betere toekomst. Het kind maakt een boeket van de bladeren, wat kan symbool staan voor het behoud van de schoonheid van de natuur.
Conclusie
Het gedicht “Van kleur (6)” kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Het is aan de lezer om te bepalen wat het gedicht voor hem of haar betekent.