Raadsel 1
Ik ben wit en rond, En ik word gelegd door een kip, Maar ik ben niet gekookt, En ik ben niet gebakken. Wat ben ik?
Antwoord: Een eierschaal
Raadsel 2
Ik ben wit en vloeibaar, En ik zit in een ei, Maar ik ben geen eiwit, En ik ben geen dooier. Wat ben ik?
Antwoord: Eierscheen
Raadsel 3
Ik ben geel en romig, En ik zit in een ei, Maar ik ben niet het eiwit, En ik ben niet de eierscheen. Wat ben ik?
Antwoord: Dooier
Raadsel 4
Ik ben een machine, En ik word gebruikt om eieren te maken, Maar ik ben geen kippenhok, En ik ben geen scharrelstal. Wat ben ik?
Antwoord: Eiermachine
Raadsel 5
Ik ben een proces, En ik wordt gebruikt om eieren te maken, Maar ik ben geen broeden, En ik ben geen uitbroeden. Wat ben ik?
Antwoord: Eierproductie
Raadsel 6
Ik ben een plaats, En ik wordt gebruikt om eieren te maken, Maar ik ben geen kippenhok, En ik ben geen scharrelstal. Wat ben ik?
Antwoord: Eierfabriek
Raadsel 7
Ik ben een persoon, En ik werk met eieren, Maar ik ben geen kippenboer, En ik ben geen eierverkoper. Wat ben ik?
Antwoord: Eierproducent
Raadsel 8
Ik ben een maat, En ik wordt gebruikt om eieren te meten, Maar ik ben niet groot, En ik ben niet klein. Wat ben ik?
Antwoord: Eiermaat
Raadsel 9
Ik ben een gewicht, En ik wordt gebruikt om eieren te wegen, Maar ik ben niet zwaar, En ik ben niet licht. Wat ben ik?
Antwoord: Eiergewicht
Raadsel 10
Ik ben een temperatuur, En ik wordt gebruikt om eieren te koken, Maar ik ben niet heet, En ik ben niet koud. Wat ben ik?
Antwoord: Eierkooktemperatuur
Dit zijn slechts een paar raadsels over de eiproduktie. Er zijn er nog veel meer te verzinnen.