In Nederland is het parlement, de Tweede Kamer, bevoegd om onderzoek te doen naar het functioneren van de overheid. Dit onderzoeksrecht wordt ook wel het recht van enquête genoemd. De Tweede Kamer kan een parlementaire enquête instellen om een bepaalde kwestie of gebeurtenis tot op de bodem te onderzoeken.
Er zijn twee soorten parlementaire onderzoeken:
- Een parlementaire enquête is een zwaardere vorm van onderzoek, waarbij de Kamer het recht heeft getuigen te horen onder ede. Een parlementaire enquête wordt ingesteld wanneer de Tweede Kamer van mening is dat er sprake is van ernstige misstanden of onrechtmatig handelen door de overheid.
- Een parlementair onderzoek is een lichtere vorm van onderzoek, waarbij de Kamer geen gebruik maakt van de mogelijkheid om getuigen onder ede te horen. Een parlementair onderzoek wordt ingesteld wanneer de Tweede Kamer van mening is dat er sprake is van een probleem of een onduidelijkheid die nader onderzocht moet worden.
Het instellen van een parlementaire enquête of een parlementair onderzoek gebeurt door een meerderheidsbesluit van de Tweede Kamer. De Kamer bepaalt ook de onderzoeksopdracht. De onderzoekscommissie, die bestaat uit Kamerleden, voert het onderzoek vervolgens uit.
De resultaten van een parlementair onderzoek worden gepubliceerd in een rapport. Dit rapport wordt vervolgens besproken in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer kan op basis van het rapport besluiten om maatregelen te nemen.
Enkele recente voorbeelden van parlementaire onderzoeken in Nederland zijn:
- De parlementaire enquête inzake de aardbevingen in Groningen (2019-2021)
- De parlementaire enquête inzake de toeslagenaffaire (2021-2022)
- Het parlementair onderzoek naar de afhandeling van de coronacrisis (2022-heden)
Parlementaire onderzoeken kunnen een belangrijke rol spelen bij het toezicht op de overheid en het versterken van de democratie. Ze kunnen leiden tot meer transparantie en verantwoording van de overheid en kunnen bijdragen aan het verbeteren van het openbaar bestuur.