De twee bekendste paleizen van de Ottomaanse sultans zijn het Topkapipaleis en het Dolmabahçepaleis.
Topkapipaleis
Het Topkapipaleis is het oudste en grootste paleis van de Ottomaanse sultans. Het werd gebouwd in de 15e eeuw door sultan Mehmet II en was de residentie van de sultans tot 1856. Het paleis is gelegen op de oude akropolis van Byzantion en kijkt uit over de Bosporus. Het paleiscomplex is enorm en bestaat uit vier binnenhoven, verschillende paleizen, moskeeën, badhuizen, tuinen en andere gebouwen. Het Topkapipaleis is een van de meest populaire toeristische attracties in Istanboel.
Dolmabahçepaleis
Het Dolmabahçepaleis is het meest luxueuze paleis van de Ottomaanse sultans. Het werd gebouwd in de 19e eeuw door sultan Abdülmecid I en was de residentie van de sultans tot de afschaffing van het sultanaat in 1922. Het paleis is gelegen aan de Bosporus en is een voorbeeld van de eclectische architectuur van de late Ottomaanse periode. Het paleis is versierd met marmer, glas-in-lood, bladgoud en andere kostbare materialen. Het Dolmabahçepaleis is ook een populaire toeristische attractie in Istanboel.
Naast deze twee paleizen zijn er nog een aantal andere paleizen die door Ottomaanse sultans zijn bewoond. Enkele voorbeelden zijn het Beylerbeyipaleis, het Çırağanpaleis en het Yıldızpaleis.
De harem
Een belangrijk onderdeel van elk Ottomaans paleis was de harem. De harem was het gedeelte van het paleis waar de vrouwen van de sultan, hun kinderen en hun bedienden woonden. De harem was streng bewaakt en was verboden terrein voor mannen.
De harem van het Topkapipaleis was het grootste en meest complexe harem in de Ottomaanse geschiedenis. Het bestond uit honderden kamers, tuinen en badhuizen. De harem van het Dolmabahçepaleis was iets kleiner, maar was nog steeds zeer luxueus.
De harem was een belangrijk onderdeel van de Ottomaanse cultuur. Het was de plaats waar de volgende generatie van de Ottomaanse sultans werd opgevoed.