Er zijn verschillende navigatiemiddelen die beide kanten kunnen sturen. Hier zijn een paar voorbeelden:
- GPS-systemen kunnen zowel naar het noorden als naar het zuiden, naar het oosten als naar het westen, en naar boven als naar beneden sturen. Dit komt omdat GPS-systemen gebruikmaken van satellieten die zich in een baan om de aarde bevinden. De satellieten zenden signalen uit die door GPS-ontvangers worden ontvangen. De GPS-ontvangers kunnen deze signalen gebruiken om de locatie van het apparaat te bepalen.
- Kompassen kunnen ook beide kanten sturen. Dit komt omdat ze gebruikmaken van de magnetische veldlijnen van de aarde. De naald van het kompas wijst altijd in de richting van het noorden.
- Radarsystemen kunnen ook beide kanten sturen. Dit komt omdat ze gebruikmaken van radiogolven. Radarsystemen kunnen radiogolven uitzenden en de weerkaatsing van deze golven ontvangen. De weerkaatsing kan worden gebruikt om de afstand tot een object te bepalen.
Hier zijn enkele specifieke voorbeelden van navigatiemiddelen die beide kanten kunnen sturen:
- Autonavigatiesystemen gebruiken GPS om de locatie van de auto te bepalen. Ze kunnen ook worden gebruikt om de auto naar een bepaalde bestemming te leiden.
- Maritieme navigatiesystemen gebruiken GPS om de locatie van een schip te bepalen. Ze kunnen ook worden gebruikt om het schip naar een bepaalde bestemming te leiden.
- Vliegtuignavigatiesystemen gebruiken GPS om de locatie van een vliegtuig te bepalen. Ze kunnen ook worden gebruikt om het vliegtuig naar een bepaalde bestemming te leiden.
In het algemeen kan elk navigatiemiddel dat gebruikmaakt van een satelliet, een magnetisch veld of radiogolven beide kanten sturen.