Aphrodite, de Griekse godin van de liefde, had veel minnaars, zowel goden als stervelingen. Haar meest bekende minnaars waren:
- Anchises, een Trojaanse herder, was de vader van haar zoon Aeneas, die later de legendarische koning van Troje werd.
- Adonis, een jonge en knappe jager, was de minnaar met wie ze het meest verliefd was. Hij werd gedood door een everzwijn, en Aphrodite was zo rouwend dat ze het Adonia-festival in zijn naam instelde.
- Ares, de god van de oorlog, was een van haar meest gevaarlijke minnaars. Hun relatie was geheim, omdat Aphrodite’s echtgenoot Hephaestus, de god van het vuur, jaloers was.
- Dionysus, de god van de wijn en de extase, was een andere van haar minnaars. Hun relatie was gekenmerkt door passie en overgave.
- Hermes, de god van de reizen, de diefstal en de handel, was een van haar meest loyale minnaars. Ze hadden een zoon samen, Hermaphroditus, die zowel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen had.
- Poseidon, de god van de zee, was een van haar minnaars. Hun zoon was Triton, een zeegod met een menselijk lichaam en een vissenstaart.
Aphrodite had ook vele andere minnaars, zowel goden als stervelingen. Ze was een godin van de liefde, en ze genoot van het plezier van de liefde.
In de Griekse mythologie was het gebruikelijk dat goden en godinnen relaties hadden met zowel goden als stervelingen. Aphrodite was geen uitzondering op deze regel. Ze was een godin van de liefde, en ze genoot van het plezier van de liefde, ongeacht wie haar partner was.