Er zijn veel verschillende wezens met huid, maar (bijna) geen haar. Hier zijn enkele voorbeelden:
- Reptielen, zoals slangen, krokodillen en hagedissen, hebben een geschubde huid die beschermt tegen schade en uitdroging. Ze hebben geen haar, maar wel schubben die bestaan uit keratine, hetzelfde eiwit dat in haar voorkomt.
- Vogels hebben een verenkleed dat ze warm houdt en helpt bij het vliegen. De veren zijn bedekt met een laagje olie dat ze waterafstotend maakt.
- Vis hebben een gladde, schubbenloze huid die bedekt is met slijm. Het slijm helpt hen om door het water te glijden en beschermt hen tegen infecties.
- Schildpadden hebben een harde, beschermende schaal die bestaat uit hoorn, been en bot. De schaal bedekt hun hele lichaam, inclusief hun kop, poten en staart.
- Amfibieën, zoals kikkers en padden, hebben een gladde, vochtige huid die helpt bij de ademhaling. Ze hebben geen haar, maar wel kleine bultjes op hun huid die helpen bij de opname van zuurstof.
Hier zijn enkele andere voorbeelden van wezens met huid, maar (bijna) geen haar:
- Insecten
- Spinnen
- Schaaldieren
- Kreeftachtigen
- Weekdieren
- Dieren zonder ruggengraat
De meeste van deze wezens hebben een huid die hen beschermt tegen schade, uitdroging en infecties. De huid kan ook helpen bij de ademhaling, de opname van voedingsstoffen en de regulering van de lichaamstemperatuur.