Het dier dat met een tegenvaller om de hals gedragen wordt, is een albatros. De albatros is een grote zeevogel met een lange, brede vleugelspanwijdte. Hij wordt vaak gezien als een symbool van rouw of verdriet. In het spreekwoord “met een tegenvaller om de hals gedragen worden” wordt de albatros dus gebruikt als metafoor voor iemand die een tegenslag heeft meegemaakt.
De oorsprong van dit spreekwoord is niet helemaal duidelijk. Een mogelijke verklaring is dat het verwijst naar het feit dat albatrossen vaak worden gezien als ongeluksvogels. In sommige culturen wordt geloofd dat het zien van een albatros een voorbode is van slecht nieuws.
Een andere mogelijke verklaring is dat het spreekwoord verwijst naar het feit dat albatrossen soms lange tijd op zee rondzwerven zonder voedsel te vinden. Dit kan worden gezien als een metafoor voor iemand die een moeilijke periode doormaakt.
In het Nederlands wordt het spreekwoord “met een tegenvaller om de hals gedragen worden” vaak gebruikt in de context van liefdesverdriet. Zo kan men bijvoorbeeld zeggen: “Ik heb een tegenvaller gehad, ik heb mijn vriendin verloren. Ik voel me nu als een albatros met een steen om de hals.”
In andere talen wordt het spreekwoord op een vergelijkbare manier gebruikt. In het Engels is het bijvoorbeeld “to have an albatross around your neck”. In het Duits is het “einen Albatros um den Hals tragen”.