Hier zijn enkele 6-letter lekkernijen in het Nederlands:
- bonbon
 - dropje
 - koekje
 - makron
 - muffin
 - nougat
 - paasei
 - roomijs
 - softijs
 - stroop
 - sukkade
 - toffee
 - tumtum
 - ulevel
 
Dit zijn slechts enkele voorbeelden, er zijn nog veel meer lekkernijen met 6 letters.
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe deze lekkernijen kunnen worden gebruikt in een zin:
- “Ik heb een doosje bonbons gekocht.”
 - “Ik heb een lekker dropje voor je.”
 - “Ik heb een koekje gebakken.”
 - “Ik heb een macaron gegeten.”
 - “Ik heb een muffin als ontbijt gehad.”
 - “Ik heb nougat op mijn ijs gedaan.”
 - “Ik heb een paasei geschilderd.”
 - “Ik heb een ijsje gegeten.”
 - “Ik heb softijs bij de kermis gegeten.”
 - “Ik heb stroopwafels bij de bakker gekocht.”
 - “Ik heb sukade gegeten.”
 - “Ik heb een toffee gegeten.”
 - “Ik heb een tumtum van mijn oma gekregen.”
 - “Ik heb een ulevel gegeten.”
 
Ik hoop dat dit helpt!