In een klein dorpje in Nederland woonde eens een meisje dat altijd lachte. Ze heette Anneke en ze had een vrolijk gezicht met grote, blauwe ogen en een stralende glimlach. Anneke hield van alles wat leuk was, en ze lachte om alles wat ze zag.
Anneke’s lach was aanstekelijk. Als ze lachte, begonnen anderen ook te lachen. Ze maakte iedereen om haar heen blij.
Anneke was ook een heel lief meisje. Ze was altijd bereid om te helpen, en ze was altijd behulpzaam. Ze was een echte vriendin voor iedereen die haar kende.
Anneke’s lach en haar liefdevolle aard maakten haar tot een bijzonder meisje. Ze was een lichtpuntje in de wereld, en iedereen die haar kende, was blij dat ze in hun leven was.
Een verhaal
Op een dag was Anneke aan het spelen in het park toen ze een andere meisje zag huilen. Het meisje was gevallen en had haar knie geschaafd. Anneke ging naar het meisje toe en vroeg haar wat er was. Het meisje vertelde Anneke dat ze pijn had. Anneke pakte haar hand en zei: “Maak je geen zorgen, het komt wel goed.”
Anneke hielp het meisje om op te staan, en ze nam haar mee naar een bankje. Ze gaf het meisje een pleister op haar knie, en ze vertelde haar een grappig verhaal om haar aan het lachen te maken. Het meisje stopte met huilen en begon te lachen.
Anneke en het meisje werden vriendinnen, en ze speelden samen de hele dag in het park. Ze hadden veel plezier, en ze lachen veel.
Een gedicht
Lachgraag meisje, met je stralende glimlach, Je maakt de wereld een beetje mooier. Je lach is aanstekelijk, Ze verspreidt zich als een virus.
Je bent een lichtpuntje in de wereld, Een vriend voor iedereen. Je maakt iedereen blij, Met je lach en je liefde.