De laagste rang in een schouwburg wordt in het Nederlands ook wel de engelenbak of het schellinkje genoemd. De naam “engelenbak” is een hyperbole verwijzing naar de locatie; de plaatsen bevinden zich zo dicht bij de hemel dat toeschouwers bijna de engelen zouden kunnen aanraken. De naam “schellinkje” is afgeleid van de lage prijs van de plaatsen.
De engelenbak bevindt zich meestal in het hoogste gedeelte van de schouwburg, aan de achterkant van het toneel. De plaatsen zijn vaak klein en krap, en de zichtlijn naar het toneel is niet altijd optimaal. Hierdoor zijn de plaatsen in de engelenbak ook de goedkoopste in de schouwburg.
In sommige schouwburgen wordt de engelenbak ook wel de galerij genoemd. De galerij is meestal een open ruimte, zonder stoelen. De toeschouwers zitten op banken of staan.
De volgende afbeelding toont de indeling van een typische schouwburg, met de engelenbak aangegeven:
[Afbeelding van een typische schouwburg, met de engelenbak aangegeven]
De engelenbak is een populaire plek voor studenten en jonge mensen. De lage prijs maakt het mogelijk om theater te bezoeken zonder veel geld uit te geven.