Kleurstoffen in planten
Planten hebben een grote verscheidenheid aan kleurstoffen. Deze kleurstoffen hebben verschillende functies, waaronder:
- Fotosynthese: De belangrijkste functie van kleurstoffen in planten is fotosynthese. Fotosynthese is het proces waarbij planten energie uit zonlicht omzetten in chemische energie. De belangrijkste kleurstof voor fotosynthese is chlorofyl. Chlorofyl absorbeert blauw en rood licht en weerkaatst groen licht. Daarom zijn planten groen.
- Bescherming: Kleurstoffen kunnen ook een beschermende functie hebben. Zo kunnen ze de plant beschermen tegen ultraviolette straling of tegen insecten.
- Communicatie: Kleurstoffen kunnen ook een rol spelen in de communicatie tussen planten. Zo kunnen ze bijvoorbeeld signalen uitzenden om andere planten te waarschuwen voor gevaar.
De belangrijkste kleurstoffen in planten zijn:
- Chlorofyl: Chlorofyl is de belangrijkste kleurstof in planten. Het is verantwoordelijk voor de groene kleur van planten. Chlorofyl absorbeert blauw en rood licht en weerkaatst groen licht.
- Caroteenoïden: Caroteenoïden zijn een groep kleurstoffen die een gele, oranje of rode kleur kunnen hebben. Caroteenoïden komen voor in bladeren, bloemen, vruchten en wortels. Ze spelen een rol bij fotosynthese en bij de bescherming van de plant tegen ultraviolette straling.
- Anthocyanen: Anthocyanen zijn een groep kleurstoffen die een blauwe, rode, paarse of violette kleur kunnen hebben. Anthocyanen komen voor in bloemen, vruchten, bladeren en wortels. Ze spelen een rol bij de bescherming van de plant tegen ultraviolette straling en bij de aantrekking van insecten voor bestuiving.
Andere kleurstoffen in planten zijn:
- Flavonoïd: Flavonoïden zijn een groep kleurstoffen die een gele, oranje of rode kleur kunnen hebben. Flavonoïden komen voor in bladeren, bloemen, vruchten en wortels. Ze spelen een rol bij de bescherming van de plant tegen vrije radicalen en bij de aantrekking van insecten voor bestuiving.
- Tannine: Tanninen zijn een groep kleurstoffen die een bruine, rode of zwarte kleur kunnen hebben. Tanninen komen voor in bladeren, schors, bast en vruchten. Ze spelen een rol bij de bescherming van de plant tegen bacteriën en schimmels.
Gebruik van kleurstoffen in planten
Kleurstoffen in planten worden al eeuwenlang gebruikt voor verschillende doeleinden. Zo werden ze gebruikt om textiel te verven, om inkt te maken en om voedsel te kleuren.
Verven
Kleurstoffen uit planten worden al duizenden jaren gebruikt om textiel te verven. De oudste bekende plantaardige kleurstof is indigo, die al in het oude Egypte werd gebruikt. Andere belangrijke plantaardige kleurstoffen zijn onder andere:
- Chroom: Chroom is een gele kleurstof die wordt gewonnen uit planten van het geslacht Reseda.
- Alizarine: Alizarine is een rode kleurstof die wordt gewonnen uit de meekrapplant.
- Kermes: Kermes is een rode kleurstof die wordt gewonnen uit de schildluis Kermes vermilio.
Inkt
Kleurstoffen uit planten worden ook gebruikt om inkt te maken. Zo werd inkt van de vruchten van de wedeplant gebruikt om documenten te schrijven.
Voedsel
Kleurstoffen uit planten worden ook gebruikt om voedsel te kleuren. Zo wordt de kleurstof bètacaroteen, die in veel groenten en fruit voorkomt, gebruikt om margarine en andere voedingsmiddelen te kleuren.
Toekomst
Kleurstoffen uit planten worden steeds belangrijker. Dit komt omdat ze natuurlijk zijn en minder schadelijk voor het milieu dan synthetische kleurstoffen.