Een schaaldierklauw is een gemodificeerd lid dat wordt gebruikt voor graven, vechten, eten en voortplanten. Het is gemaakt van een buitenste laag van chitine, een sterk eiwitachtig materiaal, en een binnenste laag van spieren. De klauw is meestal bewapend met een of meer scherpe klauwen.
De vorm en structuur van een schaaldierklauw variëren afhankelijk van het type schaaldier. Krabben hebben bijvoorbeeld sterke, gekromde klauwen die ze gebruiken om te graven en te vechten. Kreeften hebben lange, dunne klauwen die ze gebruiken om te eten. En garnalen hebben kleine, scherpe klauwen die ze gebruiken om te grijpen.
Schaaldierklauwen spelen een belangrijke rol in het leven van deze dieren. Ze helpen ze om voedsel te vinden, vijanden af te weren en zich voort te planten.