Het antwoord op deze vraag hangt af van de definitie van “te goed” en “hè gemis”.
Als “te goed” betekent dat de grondsoort zo vruchtbaar is dat het gewassen kan produceren die een hoge opbrengst opleveren, dan is het antwoord ja. Een vruchtbare grondsoort kan het gemis van andere factoren, zoals water, zonlicht of arbeid, compenseren. Zo kan een vruchtbare grondsoort een gewas laten groeien dat ook in een droge periode een goede opbrengst oplevert.
Als “te goed” betekent dat de grondsoort zo vruchtbaar is dat het gewassen kan produceren die een hoge prijs opbrengen, dan is het antwoord mogelijk niet. Een vruchtbare grondsoort kan leiden tot een overaanbod van gewassen, waardoor de prijzen kunnen dalen. In dit geval kan het gemis van andere factoren, zoals een gunstige marktsituatie, de opbrengsten van een bedrijf negatief beïnvloeden.
Als “hè gemis” betekent dat de grondsoort zo vruchtbaar is dat het een onoverkomelijk voordeel geeft aan bedrijven die in deze grondsoort opereren, dan is het antwoord ja. Een vruchtbare grondsoort kan leiden tot een ongelijke concurrentiepositie tussen bedrijven die in verschillende grondsoorten opereren. In dit geval kan het gemis van een gelijk speelveld de opbrengsten van bedrijven die in minder vruchtbare grondsoorten opereren negatief beïnvloeden.
Conclusie
Of de grondsoort te goed is om hè gemis te vergoeden, hangt af van de definitie van “te goed” en “hè gemis”. In algemene zin kan gesteld worden dat een vruchtbare grondsoort een voordeel kan zijn voor bedrijven die in deze grondsoort opereren. Het kan het gemis van andere factoren compenseren, maar het kan ook leiden tot een overaanbod van gewassen of een ongelijke concurrentiepositie.