In Noord-Holland werd de boomplaats “cryp” genoemd. Dit woord is afkomstig van het Friese woord “krûp”, wat “krul” of “gedraaid” betekent. De boomplaats was een plek waar bomen werden gekapt en waar de stammen en takken werden opgestapeld om te drogen. De stammen en takken werden vervolgens gebruikt om schepen te bouwen, huishoudelijke artikelen te maken of om als brandhout te dienen.
De boomplaats “cryp” was vaak een open plek in het bos, waar de bomen gemakkelijk konden worden gekapt. De stammen en takken werden op een hoop gelegd, zodat ze goed konden drogen. De boomplaats was meestal omringd door hekken of greppels, om te voorkomen dat vee of mensen de stammen en takken zouden verwoesten.
De boomplaats “cryp” was een belangrijk onderdeel van de houtindustrie in Noord-Holland. De boomplaats werd gebruikt om bomen te kappen, te drogen en te verwerken. De boomplaats was ook een belangrijke plek voor de lokale bevolking, die de stammen en takken gebruikte voor verschillende doeleinden.
In de loop der tijd is de naam “cryp” in onbruik geraakt. Tegenwoordig wordt de boomplaats meestal aangeduid als “kapplaats” of “houtwerf”.
Hieronder een aantal voorbeelden van hoe het woord “cryp” in Noord-Holland werd gebruikt:
- “Ze gingen naar de cryp om hout te halen.”
- “De cryp was omgeven door een hek.”
- “De cryp was een belangrijke plek voor de houtindustrie.”
Ik hoop dat dit antwoord je vraag beantwoordt.