Het aantal stemmen dat nodig is voor een zetel in een kiesdistrict hangt af van de grootte van het kiesdistrict en van het kiesstelsel dat wordt gebruikt.
In Nederland wordt het districtenstelsel met evenredige vertegenwoordiging gebruikt. Dit betekent dat het aantal stemmen dat nodig is voor een zetel afhangt van het aantal geldige stemmen dat in het kiesdistrict is uitgebracht. De zetels worden verdeeld over de partijen aan de hand van de zogenaamde d’Hondt-methode.
De formule voor de d’Hondt-methode is:
Zetels = (Aantal stemmen / (Aantal stemmen / + 1)) / (Totaal aantal zetels + 1)
Waar:
- Aantal stemmen is het aantal stemmen dat de partij heeft gekregen in het kiesdistrict
- Totaal aantal zetels is het totale aantal zetels dat de partij in het parlement kan bezetten
Voorbeeld:
Stel dat er in een kiesdistrict 100.000 geldige stemmen zijn uitgebracht en dat er 2 zetels te verdelen zijn. De partij A heeft 50.000 stemmen gekregen. Volgens de d’Hondt-methode krijgt partij A dus 1 zetel:
Zetels = (50.000 / (50.000 / 1)) / (2 + 1) = 50.000 / 51 = 1
De andere zetel gaat naar de partij met de meeste stemmen die nog geen zetel heeft gekregen. In dit geval is dat partij B, die 30.000 stemmen heeft gekregen.
Zetels = (30.000 / (30.000 / 1)) / (1 + 1) = 30.000 / 31 = 0,968
Omdat partij B geen heel aantal zetels kan krijgen, wordt de resterende 0,032 van de zetel toegekend aan partij A:
Zetels = (50.000 + 0,032) / (50.000 + 0,032 / 1)) / (2 + 1) = 50.032 / 51,032 = 1,0001
Dit betekent dat partij A in totaal 1,0001 zetels heeft gekregen, wat afgerond wordt naar 1 zetel.
In andere landen wordt vaak een ander kiesstelsel gebruikt, zoals het lijstenstelsel of het meerderheidsstelsel. In deze stelsels hangt het aantal stemmen dat nodig is voor een zetel af van de kiesdrempel die is vastgesteld.
In het lijstenstelsel wordt het aantal stemmen dat nodig is voor een zetel bepaald door het totaal aantal geldige stemmen dat in het land is uitgebracht. De zetels worden verdeeld over de partijen aan de hand van de volgorde op de kieslijst. De partij met de meeste stemmen krijgt de meeste zetels, en zo verder.
In het meerderheidsstelsel is de winnaar van een kiesdistrict degene die de meeste stemmen heeft gekregen. Er is dus maar één zetel te verdelen in elk kiesdistrict.