Bij het bowlen is het doel om 10 kegels, ook wel bekend als pins, omver te gooien.
Hierbij zijn er verschillende strategieën en technieken betrokken. Een speler kan bijvoorbeeld kiezen om te mikken op de “dots”, de rondjes op de aanloopstrook en op de baan zelf, om zo zijn beginpunt te bepalen en zijn worpen nauwkeuriger te maken. Naast het omverwerpen van de kegels in één enkele worp (een actie die bekend staat als een “strike”), kan een speler ook proberen alle 10 de kegels omver te werpen in twee opeenvolgende worpen, dit wordt aangeduid als een ‘spare’.
In een ‘frame’, welke bestaat uit twee worpen, is het dus mogelijk dat alle kegels worden omvergeworpen. In een volledige ‘game’, bestaande uit 10 frames, is het theoretisch mogelijk om een perfecte score van 300 punten te halen door in elke worp alle 10 de kegels omver te gooien.