De maat voor gezichtsscherpte wordt door medici visus genoemd. De visus is een maat voor de kleinste details die iemand nog kan onderscheiden. Een oog met een normale visus kan nog juist twee details onderscheiden wanneer de details op het netvlies toekomen onder een hoek van één boogminuut (1′ = 1°/60).
De visus wordt uitgedrukt in een percentage of in een fractie. Een visus van 1,0 is normaal. Een visus van 0,5 betekent dat iemand details kan zien die een half zo klein zijn als iemand met een normale visus. Een visus van 0,0 betekent dat iemand helemaal niets kan zien.
De visus wordt gemeten met een oogkaart, zoals de snellenkaart. De patiënt wordt gevraagd om de letters of symbolen op de kaart te lezen. De afstand tot de kaart en de grootte van de letters of symbolen worden aangepast totdat de patiënt de letters of symbolen correct kan lezen.
De visus kan ook worden gemeten met een computergestuurde autorefractometer. Deze apparatuur meet de refractie van het oog, dat wil zeggen de mate waarin het oog licht buigt. Op basis van de refractie kan de visus worden geschat.
De visus is een belangrijk onderdeel van het gezichtsvermogen. Een goede visus is nodig om te kunnen lezen, autorijden, televisie kijken en andere dagelijkse activiteiten.