De kooktijd van aardappels hangt af van de grootte en de soort aardappel. In het algemeen zijn aardappels in zijn geheel gaar na 18 tot 20 minuten koken. In kleinere stukken gesneden aardappels hebben zo’n 10-15 minuten nodig.
De volgende soorten aardappelen hebben een geschatte kooktijd:
- Kruimige aardappelen: 15-20 minuten
- Fusselige aardappelen: 20-25 minuten
- Melkwitte aardappelen: 25-30 minuten
Om te controleren of de aardappels gaar zijn, kun je met een vork in het midden van een aardappel prikken. Als de aardappel gemakkelijk doorprikt kan worden, is hij gaar.
Wil je de aardappels pureren, dan kun je ze wat langer koken dan wanneer je ze intact wil houden. De vuistregel voor de kooktijd van aardappels: 10 tot 15 minuten.
Hier zijn enkele tips voor het koken van aardappels:
- Was de aardappels voordat je ze kookt.
- Snijd de aardappels in gelijke stukken voor een gelijkmatige garing.
- Voeg een snufje zout toe aan het kookwater.
- Kook de aardappels in ruim water.
- Giet de aardappels af als ze gaar zijn.
- Laat de aardappels even uitlekken voordat je ze serveert.